Blog: Jong & Kanker 2
25/06/2015
'Dames en heren, over enkele minuten, station Groningen. Groningen. Station Groningen.'
Na in de trein nog even te zijn weggedommeld, ben ik ben op slag klaarwakker en voel ik een lichte spanning in mijn onderbuik. Ondanks dat ik heel veel zin heb in deze ochtend, ben ik ook een klein beetje zenuwachtig. Niet eens zo zeer voor het twintigtal ogen dat mij straks aandachtig zal observeren of voor de kankervragen die ik straks naar me toe geslingerd zal krijgen, maar ik ben vooral zenuwachtig of ik mijn rol wel goed zal vervullen. Wat als ik iets verkeerds of te veel zeg en daarmee het spel verpest?
Vol verwachting zit ik een tijdje later samen met mijn collega kandidaten Marlies en Karlijn op een bankje in de gang naast het lokaal waarin het straks gaat gebeuren. Maar wat gaat er eigenlijk gebeuren? We hebben geen van drieën enig idee wat we kunnen verwachten. Des te langer we erover praten, des te meer realiseer ik me dat het voor hen misschien nog wel spannender is dan voor mij. Deze twee meiden moeten voor het komende uur in een rol stappen waarin eigenlijk helemaal niemand wil zitten. Zij hebben zich ingelezen en uit hun hoofd geleerd welke behandelingen ze zogenaamd hebben ondergaan en hoe ze zich daarbij voelden. Best heftig besef ik me nu.
En ik dan? Ik hoef niks uit mijn hoofd te leren, ik bén namelijk echt mijn rol. Maar wat moet ik straks eigenlijk zeggen? Ik weet heus wel hoeveel chemo's ik heb gehad en wanneer ik mijn diagnose kreeg. Alleen hoe ik me voelde op dat moment? Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee...
Kort daarna worden we de klas binnengeroepen. Ik haal diep adem en loop achter Karlijn aan naar de deur. Op de achtergrond hoor ik vaag het applaus van de leerlingen. En dan besluit ik gewoon mezelf te zijn.
'Ik ben Sophia en ik heb kanker gehad.'
Snel ga ik weer zitten. Wat is het toch een rotwoord. Maar daarom zijn we hier, om de zware beladenheid van dit woord weg te nemen.
Tijdens de kijkronde, waarin de leerlingen hun eerste keuze op basis van uiterlijk mogen maken, kijk ik nieuwsgierig terug in alle vragende ogen. Fluisterende discussies, afgewisseld met onderzoekende, voorzichtig oordelende blikken, laaien op. Anna speelt hier als spelleider heel mooi op in en daagt leerlingen uit om hun bevindingen met de groep te delen. Conclusie: Van ons uiterlijk valt weinig af te leiden. Tijdens deze eerste ronde staan Marlies, Karlijn en ik dan ook nog op een 'gelijke score', maar hier zal snel verandering in komen blijkt later.
'Ik word me opeens weer even heel pijnlijk bewust van het feit dat ik echt kánker heb gehad.'
De eerste vraag gaat me nog makkelijk af.
'Welke vorm van kanker had je?'
Vol overtuiging antwoord ik 'Non-Hodgkin', 'lymfeklierkanker', voeg ik nog snel toe. Ik word me opeens weer even heel pijnlijk bewust van het feit dat ik echt kánker heb gehad.
'Waaraan merkte je dat je het had?' Aandachtig luister ik naar Karlijns antwoord en als ze uit gesproken is, voel ik ineens weer alle ogen op mij gericht.
'Ik had een knobbel,' zeg ik plompverloren. 'In m'n hals.' Shit shit shit. Fout. Zo onopvallend mogelijk draai ik mijn hoofd naar links en schud mijn haar voor mijn litteken. Ik zie uit mijn ooghoeken de zoekende blikken richting mijn hals gaan. Gelukkig glijden ze al snel van mij naar Marlies wanneer zij met perfecte inleving haar kankerontdekking uit de doeken doet. Opgelucht haal ik adem, ik heb mezelf nog niet verraden, het spel gaat door.
Onschuldig spelletje
Naar mate het spel vordert, besef ik me meer en meer dat het voor de meeste leerlingen moeilijker is dan ik me had gerealiseerd. Wat voor mij begon als een onschuldig spelletje, is voor de meesten hier een pijnlijk en ongemakkelijk onderwerp.
'Hoe kan ik nou iemand aanwijzen?! Wat als ik de verkeerde kies, dat is toch hartstikke beledigend!'
Onzekerheid en verontwaardiging heerst, deze jonge mensen voelen zich bezwaard en onder druk gezet. Bang om iemand op een eerste indruk verkeerd te beoordelen. Bang om te kwetsen.
Maar dat het spel het bedoelde effect heeft blijkt al snel. Marlies en Karlijn weten te overtuigen met hun ingestudeerde verhalen en hun manier van vertellen. Ik ben mijn vrolijke en ietwat drge zelf en moet vaak ook nadenken als een vraag gesteld wordt. Hierdoor word ik afgestempeld als niet erg geloofwaardig en ik kom dan ook al snel niet meer voor op het scorebord. Ook krijg ik in de laatste vragenronde bijna geen enkele vraag meer. Ik vind het prachtig. Om niet te gaan lachen kijk ik af en toe even uit het raam, ze moesten eens weten!
Seksvraag
Tussen de laatste vragen zit er een spannend moment.
'Nee, dat kun je écht niet vragen!!' 'Tuurlijk wel, doe gewoon.' 'Doe normaal, dat kan niet!' Er wordt even heftig gediscussieerd door de klas. Uiteindelijk besluit de woordvoerder de vraag toch te stellen. Ik ga rechtzitten en verwacht ofwel een hele persoonlijke vraag of een hilarische seksvraag.
Ik voel een lichte teleurstelling door me heengaan als ze Marlies vragen of ze haar litteken wil laten zien. Was dat alles? Maar dan denk ik meteen, shit, wat gaat ze hierop zeggen? Als ze geen litteken kan laten zien valt ze natuurlijk door de mand. 'Dat ga ik dus niet doen', zegt Marlies met de perfecte hoeveelheid irritatie, gecombineerd met een licht gekwetste blik. Wauw, ze is echt goed.
Als ik dan de geschrokken leerlingen zie gaat er iets door mee heen. Het was niet de bedoeling hen in verlegenheid te brengen of vragen af te ketsen. Maar bijna direct bedenk ik me weer waarom we dit spel doen. We dagen de kinderen uit om uit hun comfortzone te stappen, door reacties uit te lokken en zo emoties aan het licht te brengen. Iedereen heeft andere behoeftes rondom kanker: de één is heel open over zijn of haar ziekte en praat er graag over, terwijl de ander bepaalde dingen liever voor zichzelf houdt.
Situaties als deze geven Anna stof voor de nabespreking. Want waarom vinden we het zo eng om bepaalde vragen te stellen? Hoe voelt dat voor degene met kanker om de ernst van je ziekte te moeten uitdrukken en bewijzen in littekens en behandelingen?
Missie geslaagd
Tijd voor de laatste ronde en de definitieve keuzes.
'Nummer 1.' 'Nummer 3. 'Ja ook nummer 1.' 'Waarom?' vraagt Anna. 'Uhm, ja gewoon. Zij geven snelle antwoorden en komen geloofwaardig over.' Daar zit ik dan. Met badge '2' op m'n vest. Ik heb ze in de war gebracht met mijn glimlach, vrolijke uitstraling en mijn manier van vertellen. Het voordeel dat een kankerpatiënt een beetje zielig is en heel serieus in het leven staat, leeft hier dus ook. Missie geslaagd, denk ik bij mezelf en probeer niet te lachen.
Wil de echte kankerpatiënt nu opstaan?
'Wil de echte patiënt nu opstaan en zich nogmaals voorstellen.' Dit was het moment waar ik op heb gewacht! Ik sta op en kijk de kring rond. 'Ik ben dus, nog steeds, Sophia. Ik ben 21 jaar en heb een paar jaar geleden kanker gehad.' 'Nee! Ik ben echt in shock!' Van alle kanten klinken de verbaasde kreten. En slechts één: 'Zie je wel, Ik zei het toch?!' Daarna staan ook Karlijn en Marlies een voor een op om zich, dit keer echt, voor te stellen. Ik haak in op de verontwaardigde reacties van de leerlingen, door, met een scheve knik naar Karlijn, te zeggen: 'Jij vond het ook best moeilijk om te doen alsof, toch?' 'Ja, nou ja, het voelt best gek om te doen alsof... En ik ga straks gewoon weer vrolijk naar huis en...' 'Oh ik ga ook gewoon vrolijk naar huis hoor!', onderbreek ik haar. We moeten allemaal lachen.
'Leef in het moment, geniet van kleine dingen en, vooral, hang je identiteit niet op aan je studie of baan.'
Vol bewondering luister ik naar Anna, ze brengt de nabespreking verder op gang door te vertellen over hoe kanker haar leven veranderde. De vragen vliegen door de klas. Langzaam zie ik dat er een wereld voor hen opengaat en ik voel de puzzelstukjes op z’n plek vallen. Ik voel me gesterkt door de kracht waarmee ze haar verhaal doet. Op dat moment besef ik me dat we hier een bijzonder mooie kans krijgen om onze boodschap te delen. Zoekend naar de juiste woorden probeer ik Anna aan te vullen en mijn huidige levensmotto mee te geven: 'Leef in het moment, geniet van kleine dingen en, vooral, hang je identiteit niet op aan je studie of baan.'
Het was, zowel in het klaslokaal als op de evaluatieformulieren, mooi om te zien dat mijn boodschap bij de meesten aankwam.
De ander halfuur in het klaslokaal bevestigden wat ik al wist.
We moeten hiermee doorgaan. Door jonge mensen uit te dagen om te praten over kanker, de gevolgen en emoties, kunnen we een isolement doorbreken. In elk klaslokaal waar je de vraag laat vallen “Wie er weleens met kanker te maken heeft gehad?”, schieten, sommigen vertwijfeld, nagenoeg alle vingers omhoog.
Rondom een ziekte die dagelijks zoveel levens op zijn kop zet, leven nog zo ontzettend veel vragen. Vragen die worden omzeild en weggestopt. Juist op deze jonge mensen, een kwetsbare groep die volop in ontwikkeling is, heeft kanker een enorme impact. De angst om te praten over kanker wegnemen, is een fantastische stap in de goede richting.
Op het leven
Een uurtje later zitten we met elkaar op een terrasje aan de Grote Markt. En ik geniet. Ik geniet van de zon op mijn gezicht. Ik geniet van de smaak van versgeperste jus. Maar bovenal geniet ik van het voldane en blije gevoel dat ik heb overgehouden aan deze ochtend. Ik ben trots op de openheid van de leerlingen, en op de moed en motivatie van onze projectgroep. Dat hebben we toch maar mooi gedaan met elkaar.
We heffen het glas: 'Op het leven!'
VOOR SCHOLEN
Wilt u dat wij deze voorlichting komen geven in uw klas? Neem dan contact op met Aafke Veninga: aveninga@behoudenhuys.nll of 050- 406 24 00.
------------------------------------------------------------------------------------------
Deze blog is schreven door Sophia Sleeman. Sophia heeft als (ex)patiënt deelgenomen aan de jongerengroep bij het Behouden Huys en maakt sinds kort deel uit van de projectgroep ' Jong & Kanker.'
Meer informatie over het project
Lees ook de blog van Anita Pras (naaste)